Vrijdag 17 februari waren de voorspellingen redelijk en ging ik eindelijk weer eens naar de AWD. Ik hoopte op het fotograferen van al die wintergasten die ik in de verschillende blogs had gezien. Maar het ijs was al behoorlijk aan het dooien, dus hadden de vogels weer meer vrij spel. Ook bleef ik erg lang op één plekje zitten, waardoor ik te weinig tijd overhield om nog verder te gaan.
Ach, maakt niet uit. Het was een fijne dag. Het was al veel te lang geleden dat ik er was.
Via ingang Zandvoortse laan kwam ik de AWD binnen. De eerste fotostop hield ik voor de meerkoeten.
Hier vertrekken ze net voor een wedstrijdje hard zwemmen. Eindelijk kon dat weer eens. Het dodaarsje dat vooruit zwemt, houdt een oogje in het zeil. Daarna was het toch vooral veel eten, ontzettend lekker die waterplanten,
en een tukkie doen. Dan is het ijs toch wel weer gemakkelijk.
Ook zat er een koppeltje brilduikers tussen de meerkoeten.
Bij een nog dicht gevroren kanaal stak een vos het ijs over en verdween in een verboden gebied.
Er lag een half opgegeten zwaan met een grote hoeveelheid veren. Waarschijnlijk het restant van zijn maaltijd.
Ik had al gelezen dat de vossen zich niet lieten zien. Dus ik was al blij met deze vos. Later op de dag kreeg ik een van de tamme vossen toch nog een paar minuutjes voor mijn lens. Net lang genoeg om een mooi portretje te kunnen maken.
De ijsvogel gaf niet thuis, dus liep ik door. Mijn wensenlijstje was nog groot genoeg.
Ik kwam bij een plekje waar de waterral rond scharrelt. Die was er gelukkig wel.
Ik heb er lang gezeten en heb me er prima vermaakt. Het is een schuwe vogel, die steeds de dekking van het riet zoekt. Heel af en toe komt hij er even uit om snel wat op en neer te lopen en weer terug te gaan.
Bij de meeste foto's zat wel een rietstengel dwars over zijn kop of lijf. Uiteindelijk is het me toch gelukt om een paar geslaagde opnames te maken.
De waterral is een schaarse broedvogel in ons land die zich zelden laat zien, maar met een beetje geluk wel laat horen. Waterrallen komen voor in moerasgebieden met riet en drassige plekken. In de winter ook bij afwateringskanalen en andere plaatsen waar nog open (stromend) water te vinden is.
Een deel van de waterrallen is standvogel en blijft dus het hele jaar in ons land.
Ze hebben dunne, lange tenen om gemakkelijk over plantenresten in het water te kunnen lopen. Het zijn alleseters.
Waterrallen zijn donker gekleurd met een rode lange snavel.
In de omschrijvingen lees ik niets over het opstaande witte staartje, dat toch erg opvallend is.
Vliegen doen ze zelden, ze verdwijnen liever al lopend uit het gezichtsveld.
Dennis en Henk bedankt voor de info. Ik ga gewoon snel een keer terug voor meer.