Nederland staat bekend om haar platte, laaggelegen polderland. Toch hebben we een vogel die bergeend heet.
De bergeend heeft een rare naam. Het begint er al mee dat de bergeend geen echte eend is. Het is een halfgans, een eendachtige watervogel die wat formaat ( 55 tot 65 cm) tussen een eend en een gans in zit.
De naam bergeend heeft niets te maken met de bergen in betekenis van hoge heuvels, maar met het bergen (grootbrengen) van veel jongen.
Een andere verklaring die ik gevonden heb is dat de eend haar eieren verbergt. Ze legt de eieren namelijk in holen zoals konijnenholen.
Op Texel zie ik bij De Petten deze bolletjes in het water dobberen:
Wat zijn dat nou?
Het blijken jonge bergeendjes te zijn, die even zonder toezicht rond zwemmen. Op het ieniemienie eilandje staat een volwassen bergeend. Als er een tweede bergeend bij komt staan, lijkt die flink te worden aangesproken op het niet goed uitvoeren van zijn toezichthoudende taak.
De bergeend springt zelf het water in en de jonkies worden met ferme vleugelslag het water uitgebonjourd. De falende bergeend buigt nederig het hoofd.
De kleine eendjes zijn ook diep onder de indruk. Kijk ze maar eens vaart maken.
Ma foetert nog een keer. De veren worden even droog gewapperd.
Maar als dan iedereen weer veilig bij elkaar is, lijkt de rust weer te keren en kunnen ze overgaan tot de orde van de dag: veren poetsen.
De jonge bergeendjes zijn leuke beestjes om te zien met hun bruin-witte donskleed.
Ach en als je nog maar net komt kijken, dan is er op het vaste land ook nog van alles te ontdekken.
Fris groen gras en leuke bloempjes.
Wie komen we hier nu tegen? Een van de grauwe ganzen uit de soepganzen serie!
Daar heb je geen gevaar van te duchten. Nog even een stukje verderop...... totdat je weer naar huis toe moet.
Dat gold ook voor mij, toen ik deze serie maakte op Texel.