Begin mei neemt Loes me mee naar Spanderswoud waar ze daslook weet te staan. Al gauw liggen we tussen de bloemetjes omringd door uienlucht. Maar de inspiratie wil niet komen. Na een lange strijd wijk ik uit naar het fluitenkruid dat er volop aanwezig is. Het licht valt op een grote beuk waardoor we een mooie, zacht groene achtergrond krijgen.
Na verloop van tijd beproef ik mijn geluk nog een keer op het daslook. Niet echt overtuigend, maar ze mogen in het blog.
De volgende dag rijden we naar de Groene Jonker, een vogelgebied waar veel bloggers hun geluk wel eens beproeven.
Het waait behoorlijk en het valt niet mee om de rietzangers die midden in het riet zitten te fotograferen. Ze duiken onder in de begroeiing en klimmen langzaam aan naar boven toe.
Maar omdat ze steeds weer terugkeren naar hun stekje, lukt het me toch om een paar acceptabele plaatjes te maken.
Ook zien we een paar keer een rietgorsje. Maar ja die zitten of verkeerd ten opzichte van de zon, of op een hevig bewegende rietpluim. Meer als dit bewijsplaatje wordt het niet.
Dan maar even de aandacht verplaatsen naar het water, waar moeder eend haar kroost meeneemt op zoek naar wat lekkers.
Heel smakelijk ziet het er niet uit wat dit kleintje naar boven haalt.
Tijdens ons rondje in de Groene Jonker horen we een snorrend geluid.
We hebben geluk. Een snor neemt uitgebreid de tijd om op een rietpluim zijn stem schor te zingen.
Af en toe vliegt hij weg om vervolgens terug te keren.
Deze fluitende snor sluit dit blog af.