De gaai, ook wel Vlaamse gaai genoemd, is van oorsprong een schuwe bosvogel. Hij laat zich echter steeds vaker in bewoonde gebieden zien en in jaren met weinig eikels en beukennootjes bezoekt hij ook de voedertafels wel.
Goed bekeken zijn het toch wel heel mooie vogels met de gestreepte kruin, zwarte snorstrepen en blauw/zwart gestreepte veren in de vleugels.
In Drunen, in de vogelhut van Gerwin Kieboom, verschijnen er twee voor mijn lens.
De hut staat bekend om zijn mooie, zachte licht. En eind april, op de dag dat ik er zit, is dat ook zo. Zeker laat in de middag.
Deze gaai is toe aan een frisse wasbeurt. Mooi hoe hij bij het pootje baden het water opspat om even later heel voorzichtig zijn kopje in het water te steken. Hij blijft alert.
Na het badderen komt hij met een punkachtige aanblik weer boven. Hij lijkt er zelf ook wel plezier in te hebben.
De twee vogels verjagen elkaar steeds venijnig en helaas lukt het me niet om ze samen, scherp op de foto te krijgen. Op het einde van de middag verschijnt plotseling nummer drie en dat verklaart de rivaliteit tussen de twee andere.
In een volgend bericht verschijnt wat ik nog meer te zien krijg die dag.