Zoeken in deze blog

donderdag 14 april 2011

Egeltjes doen het heeeel voorzichtig

Op het grasveld in het plantsoen zien we 's avonds wel eens egels.
Ik wilde ze al langer eens fotograferen, maar moest wachten tot de winterslaap voorbij was.

De egel is een van de grotere insecteneters. Hij heeft een gedrongen lichaam, een spitse kop en een klein staartje, dat hij verborgen houdt tussen de stekels. De kop begint breed, maar loopt spits toe naar de donkere snuit. Aan het uiteinde van de snuit bevinden zich tien paar neusharen.


De oren zijn klein en nauwelijks zichtbaar. De ogen zijn klein en zwart en staan zijwaarts in het gezicht.


Hoewel bij het lopen de buik dicht bij de grond is, zijn de poten vrij lang, ongeveer tien centimeter van de heup naar de tenen. Tijdens het lopen houdt het dier ze gebogen. Aan iedere poot bevinden zich vijf tenen, voorzien van een klauw.


En een achterpootje:

De kop, buik, poten, borst en keel zijn begroeid met een dunne vacht van lang, stug haar. De vachtkleur varieert van geel- en grijsbruin tot donkerbruin. De rug en flanken van de egel zijn bedekt met ongeveer 8000 bruingrijze stekels ook wel pennen genoemd.Een egel wisselt zijn stekels onregelmatig, ze gaan wel 18 maanden mee.


De egel is bekend om zijn stekelvacht en om zijn gewoonte om zich bij gevaar op te rollen. Als een egel iets onverwachts hoort of ziet, richt hij de stekels op zijn hoofd op, door zijn schouders in te trekken en de snuit omlaag te houden.

Mocht het echter bedreigend worden, dan trekt de egel zijn poten in en rolt hij zich op tot een bal. Het kost hem maar drie seconden om zich op te rollen. De kop, poten en staart zijn dan naar binnen gericht. Deze stekelige bal vormt een goede bescherming tegen natuurlijke vijanden. In opgerolde toestand staan de stekels in alle richtingen, dankzij kleine huidspiertjes aan de uiteinden van de stekels.

Na een poosje, ontspant de egel zich een beetje en opent zich genoeg om zijn ogen en neus wat ruimte te geven.


Als de bedreiging weg is, rolt hij zich weer uit.

Egels hebben vaak last van parasieten. De stekelvacht is lastig te verzorgen, waardoor egels vol zitten met teken, mijten en vlooien. Op deze foto zie je duidelijk 2 teken zitten.


Egels leven alleen. Soms kan een paartje een nest delen, maar dit is voor een korte tijd. Als je een groepje egels ziet, dan bestaat dat meestal uit een moeder met jongen.
De egel is een insecteneter. Hij eet o.a.regenwormen, rupsen, slakken, kevers, pissenbedden. Met zijn snuit spoort hij zijn prooien op tussen afgevallen bladeren, graspollen en losse aarde. Van de zintuigen is vooral de reukzin goed ontwikkeld. Hierdoor kan een egel insecten die zich drie centimeter onder de aarde bevinden goed ruiken, maar ook zijn gehoor is erg scherp, zo scherp dat hij zijn prooi onder de grond kan horen kruipen.


In de paartijd zoeken dieren elkaar op op een grasveld. Als twee mannetjes hetzelfde vrouwtje op het oog hebben, zullen zij met elkaar vechten door te bijten en te stoten. Om het vrouwtje bereid te krijgen tot paren, doen de dieren een soort dans. De twee dieren gaan tegenover elkaar staan, met de snuiten tegen elkaar. Terwijl zij elkaar besnuffelen, urineren beide dieren. Het mannetje doet vervolgens pogingen om achter het vrouwtje te komen, maar die draait zich steeds van hem af. Het mannetje zal tegen het vrouwtje aan stoten met zijn snuit en poten. Vervolgens richt hij zijn hoofd op en opent hij zijn lippen ver uit elkaar. Dit spel kan uren duren en behoorlijk luidruchtig zijn. Op een gegeven moment stemt het vrouwtje in met paring. Zij drukt zich tegen de grond, spreidt haar achterpoten en legt haar stekels plat
Het paren is een langdurig liefdesspel, dat omzichtig maar vooral ook heeeeel voorzichtig gebeurt.

zaterdag 9 april 2011

Een eendje en nog eentje en nog eentje ...

Vandaag heb ik in het zonnetje in een park eenden gefotografeerd. Het is een opvangcentrum voor papegaaien, maar het is een groot park met allerlei vogelsoorten. In de vijver zwemt van alles rond. Ik heb een jaarkaart en ga er regelmatig even kijken.


De kuifeend is een vrij kleine eend. Het diep zwarte mannetje heeft witte flanken en een witte buik.

Dit zijn foto's van een eerder bezoek.

Vandaag zag ik mandarijneenden, een van de populairste sierwatervogels. Het mooie, opvallende mannetje:

Het onopvallende, maar ook zeer mooie vrouwtje. Ze lag lekker te soezen in de zon.

Ook zwemt deze bergeend er rond. Bergeenden hebben felrode snavels, in de broedtijd krijgt het mannetje een knobbel op zijn snavel. Die is duidelijk te zien.

Er waren veel wilde eenden en daarbij viel het me op dat er veel meer mannetjes dan vrouwtjes waren.
Het mannetje (de woerd) is kleurrijk met een glanzend groene kop, een witte halsband, een kastanjebruine borst en gekrulde zwarte veren aan de staart.
Het donkerbruine vrouwtje en de eendenkuikens (pullen) hebben een schutkleur. De woerd en het vrouwtje hebben 1 ding gemeen: de blauw-paarse vleugelspiegel.

Eenden zijn goede vliegers. Ze kunnen niet zweven, maar blijven slaan met de vleugels. Ze bereiken een hoge snelheid.



Het vrouwtje maakt het nest,het liefst aan de waterkant bij brandnetels, varens of lang gras. Het nes t is een ondiepe kuil, door haar bekleed met gras, plantjes en bladeren. Ze voltooit haar nest terwijl ze aan het leggen is door veertjes uit haar borst te plukken.


Het leggen neemt verscheidene dagen in beslag, want het vrouwtje legt 1 ei per dag. Ze gaat pas broeden als ze alle eieren gelegd heeft, dat zijn er een stuk of 10 tot 12. Doordat ze pas gaat broeden als alle eieren gelegd zijn, komen alle jongen binnen een periode van 24 uur uit het ei.
In dit nest lagen 4 eieren, keurig verstopt onder gras en riet.


Na het paren, terwijl ze aan het leggen is, blijft de woerd in de buurt om andere woerden uit de buurt te houden, zodat ze niet nog een keer met een ander kan paren (hijzelf paart als hij de kans krijgt wel met andere vrouwtjes). Als de eieren zijn gelegd, trekt de woerd zich terug en mag het vrouwtje het verder zelf uitzoeken. Een woerd ziet dus nooit zijn eigen jonkies.

De aanwezige woerden waren behoorlijk opdringerig, maar het vrouwtje beet flink van zich af.



Klus geklaard, roept ze triomfantelijk.

Eenden hebben een grote stuitklier met vet dat zij aanbrengen op hun verenkleed. Daardoor dringt het water niet in de veren, maar rolt er zo van af.


Twee maal per jaar zijn ze in de rui. De slagpennen worden echter slechts één maal per jaar - alle tegelijk, in de nazomer verwisseld. De vogels kunnen dan korte tijd niet vliegen en houden zich schuil in rustige, waterrijke gebieden met veel begroeiing. Hierna draagt de woerd het eclipskleed en lijkt het tot de herfst op het vrouwtje.

Deze eend in de vijver voelt zich als een vis in het water:

zaterdag 2 april 2011

Torenvalk en jonge konijnen

Wat hebben torenvalken en konijnen met elkaar te maken? Niets denk ik. Maar toevallig heb ik ze vandaag beide gefotografeerd.
Vanmorgen zag ik een kleinkopje boven het verse groene gras uitsteken. Ik was benieuwd wat het was.

Het blijkt een torenvalk te zijn. Tijdens het broedseizoen komt de torenvalk vooral voor in de buurt van grasland. Daar kunnen ze eenvoudig genoeg muizen vinden, buiten muizen eet de torenval ook: sprinkhanen, kikkers, jonge ratten en mussen.De torenvalk jaagt bij voorkeur boven open terrein. Hij pakt zijn slachtoffer op de grond.Een torenvalk kan op twee manieren op zoek gaan naar een prooi. De bekendste methode is bidden: de vogel vliegt dan precies zo snel tegen de wind in dat hij boven de grond stil blijft staan. Wanneer hij een prooi ziet, laat hij zich uit de lucht vallen en stort zich op het slachtoffer.Deze methode kost veel energie, maar levert ook veel op; een muis per half uur. De lange staart komt bij zijn manier van jagen goed van pas. De staart remt tijdens de laatste seconden van de val de snelheid. Wanneer dit niet zou gebeuren zou de vogel zich te pletter kunnen vallen.


Een andere methode is zittend op een paaltje wachten tot iets in de buurt komt. Gemiddeld duurt het dan vijf uur voordat de torenvalk een muis te pakken heeft. Een voordeel is dat deze methode weinig energie kost. Wanneer een torenvalk veel energie over heeft, zal hij voor het bidden kiezen, maar onder koude omstandigheden waarbij hij veel energie in lichaamswarmte moet steken, kiest de vogel vaak voor de energie zuinige methode.


Voor het opsporen van een prooi heeft de torenvalk een speciale methode: hij kan urinesporen van muizen waarnemen en de versheid daarvan bepalen door middel van de UV-straling die de sporen uitzenden. Zo worden de looppaadjes van de muis in het gras zichtbaar voor de torenvlak en weet hij waar zijn prooi met grote waarschijnlijkheid langs zal lopen.


Een torenvalk is roodbruin en heeft een lange staart. Het mannetje heeft een grijze kop en staart, bij het vrouwtje zijn deze ook roodbruin.Het mannetje van de torenvalk is kleiner dan het vrouwtje. Het is de enige roofvogel met een overwegend roodachtige kleur.


Doordat de gemeente in het hele park drastisch gesnoeid heeft, is het er akelig kaal. We kijken nu zo 100 meter weg en zien tijdens het eten dat de jonge konijntjes te voorschijn komen. Ze huizen in de geluidswal die vol konijnengangen zit. Dus met camera erop af. Eigenlijk is het al te laat, de zon gaat onder en het is vrij donker, de iso moet omhoog wat aan de foto's te zien is. Maar ik vind ze toch wel aardig genoeg om te plaatsen.

Lekker in het ondergaande zonnetje voor het hol:

Even knabbelen aan een takje

Samen is gezelliger:

En als je het nog spannend vindt, kun je steun zoeken bij de ander. Want samen sta je sterker.

De dapperste gaat het eerst.

Helaas staat het kraakpand leeg. Mocht je nog een vogel kennen die interesse heeft, stuur hem of haar maar langs.