Zoeken in deze blog

dinsdag 24 mei 2011

Grote bonte spechten

Deze week ben ik een aantal keren bij het spechtennest gaan zitten. Omdat de eieren uit waren gekomen, moesten pa en ma specht vol aan de bak om de hongerige kelen te vullen.
Dat was een mooi gezicht en omdat het nest zo laag in de stam zit, was het allemaal goed te volgen.
Daarom vandaag deel 3 en tevens laatste deel (verwacht ik)van deze serie.

Grote bonte spechten hakken een nestholte uit in bomen, waarbij de voorkeur, begrijpelijk, uitgaat naar zachte houtsoorten. Berken zijn favoriet, maar andere boomsoorten worden ook gebruikt om een holte met rond gat in uit te hakken. Een specht krijgt daarbij geen hoofdpijn doordat de hersenen in een soort schokdempers zijn ingekleed.

Na elke roffel kijkt hij even rond om na te gaan of de kust nog veilig is.

Met zijn geroffel lokt hij ook een wijfje. Als mevrouw akkoord gaat om te paren wordt het nest gekozen.
De aanzet is reeds gemaakt door het mannetje en het is ook overwegend meneer die de holte verder uithakt. Slechts af en toe steekt mevrouw een handje toe, maar meestal beperkt zij zich tot het inspecteren van het resultaat en tot het verwijderen van de spaanders. Het hakwerk duurt van een drietal weken tot een maand.

De grote bonte specht maakt geen comfortabel nest voor de jongen. De eieren worden op hoogstens wat spaanders gelegd en overwegend alleen door het vrouwtje uitgebroed in 12 tot 16 dagen. Binnen de 24 uur komen alle jongen uit en zij leggen allen hun kopjes over elkaar zodat zij een soort “warmtepiramide” vormen.

De Grote bonte specht loopt spiraalsgewijs tegen de stam van een boom op, op zoek naar voedsel tussen de schors of de barst. De jongen worden hoofdzakelijk gevoed met rupsen en larven. Deze laatste worden met de lange tong die eindigt op een verhoornde harpoenpunt met weerhaken, diep uit hun gangen gehaald.

Een spechtenhol met jongen hoor je voor je het ziet. Dat kleine grut maakt ongelooflijk lawaai. Als de jongen wat groter zijn laten ze zich niet alleen horen, maar ook regelmatig zien. Er steekt vaak plotseling een kopje uit het gat van het nest. Eerst heel voorzichtig maar al snel steeds verder.


De beide ouders voeden de hongerige magen en na 20 tot 24 dagen verlaten de jongen het nest. Daarna blijven de spechten de jonkies nog 8 tot 14 dagen voeren. Omdat ze maar 1 nest per jaar hebben, zit daarna de klus er weer op.






Zo zittend bij de boom, werd ik benieuwd hoeveel jongen er waren. Thuis op de computer kon ik goed de koppies bekijken en zag ik 3 verschillende jonkies:

Eentje waarbij de rode vlek een mooie gladde lijn vormde.

Bij een ander was duidelijk een vlekje, een soort hapering te zien.

Dit jong heeft een vlek met een soort rafelige rand

Meestal zie en hoor! je maar een van de beide ouders. Maar ik had het geluk dat ze op een gegeven moment alle twee op de boomstam zaten, toen kwam ook nog een van de kleintjes met zijn koppie naar buiten. Een prachtig moment.



maandag 16 mei 2011

Nestelen

Het voorjaar is de tijd van het nestelen. In de tuin, in het park en bos zijn de verschillende vogelsoorten druk bezig.

Een winterkoninkje is een klein gedrongen vogeltje van ongeveer tien centimeter met een opgewipt staartje.
Het is in ons land op het goudhaantje na het kleinste vogeltje.


In onze tuin werd druk gewerkt door het mannetje. Hij is degene die de nesten maakt.Hij bouwt een aantal bolvormige nesten van dorre bladeren, mos, varens en grassen. De opening ligt opzij bovenaan.

Het liefst bouwt hij ze op een donker plaatsje tussen planten, oude takken of op de grond tussen wat rommel in de tuin.
Hij werkt de nesten niet volledig af, maar bouwt er wel een aantal binnen zijn territorium. Meestal vier tot zes, maar soms ook wel tien. Ga er maar aan staan heren.
En dan maar zingen.

Als er een vrouwtje komt kijken wie daar zo prachtig zingt, dan neemt hij haar trots mee langs de verschillende nestjes, zodat ze haar keuze kan maken. Het wijfje kiest er één uit en begint dan met de verdere afwerking. De binnenbekleding wordt aangebracht en ze maakt alles warm en zacht met kleine veertjes, pluisjes en haartjes.
Als ze eenmaal aan het broeden is, is meneer lief ondertussen al druk bezig met het versieren van een ander vriendinnetje. Als de eieren zijn gelegd, laat hij weer zijn prachtig lied horen, verleidt een ander vrouwtje en installeert haar in een van de andere nesten. Het lukt hem dikwijls zijn harem, voor het eerste legsel, uit te breiden tot een drietal dames.
Vader Winterkoning voert echter wel de jongen die in al zijn nesten zijn uitgekomen. En daarbij blijft hij volop zingen.

In maart heb ik een blog geschreven met de titel Gekraakt.
Een koppeltje boomklevers had een spechtennest in een berkenstam gekraakt. Daarna kwamen er koolmeesjes de boel verkennen, gevolgd door de Grote bonte spechten van wie het nest eigenlijk was. Maar uiteindelijk stond het een hele poos leeg.

Tot nu, want er werd gebroed en nu gevoerd door ... de spechten.
Het is er inmiddels een stuk groener, ondanks het driftige snoeiwerk van de gemeentewerkers.

Het mannetje is te herkennen aan de rode vlek achter op zijn kop.

Het vrouwtje heeft die rode vlek niet.

Er wordt heel wat aan/ en afgevlogen om het jonge grut van rupsen te voorzien.

En als pa of ma dan de boom induikt, ziet er dat zo uit:

Bij het naar buiten komen, wordt er regelmatig poep afgevoerd:

Meestal verdwijnen ze met een sierlijk glijvlucht, maar soms gaat het er iets klungeliger aan toe:

maandag 9 mei 2011

Aan de oever van de Dommel

Al een aantal ochtenden en middagen was ik op pad geweest om het ijsvogeltje te fotograferen. Helaas wil dat nog niet lukken. Na de prachtige serie van Greet van de uitsluipende libel zat ik weer anderhalf uur te pierogen. Met de macrolens in de tas besloot ik het roer om te gooien. Ik zat aan de oever van het riviertje de Dommel en rondom mij heen stond alles volop te bloeien, vanaf takjes klonk een gekwetter en gekwinkeleer en er fladderde menig vlindertje en libel rond. De telelens omgewisseld voor de macrolens en plat op de buik in het riet en later in het gras. Met een lekker zonnetje erbij was het daar heerlijk hobbyen.

Ik begon met het zoeken naar een libellenlarve. Ik vond er al snel een, maar die was leeg. Zo'n omhulsel is een prachtig dingetje, je kunt de hele vorm van de libel er al in zien.

Daarna vond ik een beekrombout die al was uitgeslopen, maar de vleugels nog gesloten had. Onder de libel zie je de lege cocon nog hangen.

Het hele proces van uitsluipen duurt lang, ik heb alleen het opdrogen gefotografeerd. Deze libel hing te drogen tussen het riet.

Zo met je neus op zo'n beestje zie je allerlei details die je normaal niet zo opvallen. De ogen zijn bijzonder groot, die hebben ze nodig bij hun jacht: ze jagen op vliegende insecten, die ze in de lucht vangen.De poten zijn aangepast aan het jagen, de kleine stijve haartjes ('doornen') zorgen ervoor dat de prooi niet meer kan ontsnappen.

Bij de opdrogende beekrombout vielen er druppeltjes uit het achterlijf. Of dat bij het droogproces hoort, weet ik niet. Maar het wqaren er best veel voor zo'n insect.

Eenmaal droog achter de oren, ehh op de vleugels is hij direct klaar voor de eerste vlucht.

Er waren ook ander libellen soorten en juffers.Ik heb ze er niet allemaal op kunnen krijgen, want sommigen zijn wel erg onrustig.
Dit is een vuurjuffer.

En een metaalglans libel
De viervlek libel waarvan Greet de mooie serie plaatste:

Ook fladderden er wat vlinders rond. Ik wilde een oranjetipje fotograferen, die had ik heel wat voorbij zien komen op wacht voor het ijsvogeltje. Maar nu was er geen een meer. Wel was er een hooibeestje:


Deze witte vlinder is een geaderd witje (met dank aan Greet en Rene)

Ook zijn de lieveheersbeestjes weer volop aanwezig, lekker dat rood in contrast met het groene gras.


En eentje met een wat ongewoner standpunt:

Zo liggend in het gras, met dat lage standpunt, zien de paardenbloemen er ook zo mooi uit:



De hele wei stond vol met bloemen. Ik zal ze jullie besparen anders wordt dit blog veel te lang. Ik heb het wachten op het ijsvogeltje nog niet opgegeven, hopelijk lukt het nog en kan ik ze binnenkort hier plaatsen.
Bedankt voor de opmerkingen bij het vorige blog, het is leuk om reacties te krijgen.